Over religie doen nogal wat clichés de ronde. Velen zijn van oordeel dat religie en wetenschap elkaar uitsluiten. Lange tijd meende men dat naarmate het wetenschappelijk wereldbeeld doordringt, de religieuze beleving van de werkelijkheid vanzelf zou verdwijnen. Niets is minder waar. De onwetendheid waar het in religie ten diepste om gaat, resulteert in onmacht en vijandigheid. Maar ook vanuit religieuze hoek blijkt onbegrip en wantrouwen te heersen ten aanzien van wetenschap en vooruitgang. In dit boek ontmantelt Johan Temmerman de wederzijdse clichés in een poging de onwetendheid weg te nemen. Hij introduceert het mechanisme van culturele selectie, met als doel te begrijpen hoe religieuze overleveringen tot stand kwamen en waarom ze worden doorgegeven. Tegelijk brengt hij de wetenschappelijke inzichten inzake religie en zingeving bij elkaar. Nu blijkt dat de grote verhalen niet verdwijnen maar veranderen, wordt het hoog tijd om het goede wat de religieuze tradities ons bieden te combineren met wetenschappelijke kennis omtrent mens, natuur en kosmos.