De bizarre wijze waarop zijn seksuele voorlichting plaatsvond, was een waarschuwende voorbode. De handtastelijkheden van paters op het kleinseminarie in het Brabantse Oosterhout kan hij desalniettemin niet plaatsen. Hij ondergaat ze huiverend en in verwarring. De chaos stijgt wanneer zijn hormonen hem in extase brengen bij de gedachte aan meisjes, wat vloekt met het priesterschap dat hij nastreeft. Schuldgevoelens stapelen zich op. Maar bij wie kan hij terecht?

Nu het celibaat een utopie blijkt, lokt de vrijheid buiten de internaatsmuren. Frustraties stapelen zich op wanneer ontsnappen aan het regime onmogelijk blijkt. God hoort zijn smeekbedes niet, de paters en zijn tirannieke vader weigeren elk begrip, zijn moeder staat machteloos buiten spel.

Slechts bevrediging van seksuele fantasieën geven het leven in het klooster nog wat kleur, zijn stiekeme escapades buiten het seminarieterrein zijn ademmomenten, evenals de korte schoolvakanties thuis in Nijmegen waar hij probeert opgelopen schade in te halen. Dan herwint hij zijn zelfvertrouwen en gaat de strijd aan met de paters en zijn vader.