De oudste zoons van Brik en Red zijn inmiddels achttien jaar oud. Als echte opgroeiende jongemannen proeven ze volop van het leven. Ze werken aan een toekomst om later als advocaten de criminaliteit te gaan aanpakken in hun land en de corruptie tegen te gaan. Maar al heel snel leren ze dat het verleden van hun ouders hen achtervolgt. Er worden gebeurtenissen in gang gezet die alles veranderen. Flin vraagt zich opeens af, hoe het mogelijk is dat hij opeens bij die wereld schijnt te horen, die hij wilde gaan bestrijden met zijn broer. Hij leert op de harde manier dat de toekomst een eigen weg voor hem in petto heeft.