Wie zijn wij, als mensen? Onze cultuur kenmerkt zich door een merkwaardige tegenstrijdigheid, en we lijken dit amper te beseffen. Enerzijds beschouwen we onszelf als autonoom, goed in staat onszelf en ons bestaan vorm te geven; anderzijds wordt ons ingeprent dat we dieren zijn, gebonden aan de wetten van de natuur. Vrijheid en onvrijheid staan onverzoend tegenover elkaar. Enerzijds onstuitbaar in het realiseren van onze vernuftige ideeën om de wereld en elkaar naar onze hand te zetten, anderzijds op de loop voor de desastreuze gevolgen, berustend in onze onmacht. De joodse visie op de mens is radicaal anders. Hier geen spagaat tussen losgezongen vrijheid (geest) en natuurlijke bepaaldheid (lichaam). Denken en lichaam bestaan niet los van elkaar. Als belichaamd denken of bewust lichaam zijn we vrij van de onmiddellijke gebondenheid aan de natuur, maar deze vrijheid is gekoppeld aan verantwoordelijkheid. In deze, voor de wetenschap ongrijpbare eenheid schuilt ieders uniciteit. In wie iemand is, ligt zijn potentie als mens, zijn kracht om te handelen.